De beiaard en de beiaardiers

Het eerste Zwolse carillon hing in de thans verdwenen toren van de Grote of Sint Michaëls-kerk en is bij de brand aan het einde van de 17e eeuw verloren gegaan.
In 1930 werd de beiaard gegoten door de fa. John Taylor & Co uit Loughborough, Engeland.
In 1978 werd het instrument uitgebreid en in 2004 wederom, nu door twee Nederlandse klokkenmakers.
De beiaard
De Peperbus bezit een klokkenspel van 51 klokken. In 1930 werd de beiaard gegoten door de fa. John Taylor & Co uit Loughborough, Engeland. De omvang van de beiaard werd bepaald op 3½ octaaf (C1 - g4) en zijn spel klonk voor het eerst bij de opening van de oude IJsselbrug op 15 januari 1930. Wat had die IJsselbrug met het carillon te maken?
▷ De IJsselbrug en het carillon
Uitbreidingen
In 1978 werd het instrument door de Koninklijke Petit en Fritsen te Aarle-Rixtel met vijf klokjes (gis4 - c5) uitgebreid tot 4 octaven met in totaal 47 klokken. In 1989 werd de beiaard grondig gerestaureerd door de Koninklijke Eijsbouts te Asten. In 2004 werd het carillon opnieuw uitgebreid met 4 klokken (Cis 5, D5, Bes0 en Es1). De klokken C1, F1, G1 en A1 doen tevens dienst als luidklok.
De beiaardiers
Sinds de eerste beiaardier Willem Créman, die in dienst kwam in 1931, heeft de gemeente nog maar drie opvolgers hoeven te benoemen. De beiaard wordt regelmatig ook door andere collega's bespeeld. De Zwolse Beiaard Stichting spant zich in om de beiaard ook buiten de vaste wekelijkse speeluren tot klinken te laten komen.
▷ De beiaardiers