PeperbusTorenDe bouw van de torenTweede bouwfase: lantaarn

De tweede bouwfase
(1538-1540)

De lantaarn

Eerste vereenvoudigde versie

De bouw van de lantaarn verliep niet volgens plan. Aanvankelijk werd, na een selectieprocedure, het werk gegund aan Mr. Simon Penet uit Antwerpen. Al doet het verhaal de ronde dat deze Penet er met de centen vandoor ging, is het aannemelijker dat hij inzag dat het gehele werk, mede door de zuinigheid van de kerkmeesters, veel te laag was aangenomen. Mede daarom is Penet met de noorderzon vertrokken. Het werk werd — weliswaar vereenvoudigd — toch uitgevoerd door Jacob van Collen in 1539.

Voltooid door Van Collen

Het werk werd nu opgedragen aan Jacob van Collen. Uit voorzichtigheid werd die aanvankelijk per week betaald. Hij moest eerst aan twee zijden balustrades afmaken en twee hoektorens. Opmerkelijk dat de achtkantige lantaren die oorspronkelijk 13 voet hoog zou worden, ondertussen al was verhoogd tot 27 voet en werd afgemaakt op 28 voet.(9 meter) Daaraan vast kwam een wenteltrap van dezelfde hoogte. Er werd een nieuw ontwerp voor een houten spits gemaakt doch door geldgebrek is dit ontwerp niet uitgevoerd. In plaats daarvan kwam een klein dakje boven de wenteltrap om op het platte dak te kunnen komen.Op 7 september 1540 werd het werk opgeleverd door Meester Jacob van Collen. Pas in 1555 werden er leien op het dak gelegd. Uit het commentaar dat de kerkmeesters in de boeken achterlieten, is op te maken hoe teleurgesteld ze waren over de afwerking van de toren. Voor de aanbesteding had men een sluitende begroting waarna ook de armen nog konden profiteren van het overige geld. Door de misrekeningen had men echter geldgebrek en dat ging ten koste van de armen.

Op de kopergravure is de 17e eeuwse situatie van de stad te zien met de 115 meter hoge St. Michaëlstoren, die in 1669 door de bliksem werd getroffen en in 1682 verder instortte en werd afgebroken. De Onze Lieve Vrouwetoren had wel een lantaarn, maar nog geen bekroning.
In 1727 kreeg ze eerst een uivormige kap, die in 1815 bij de brand verloren ging. In 1828 plaatste Herman Klinkert de huidige koperen koepel.
Op de voorgrond zien we rechts de Kamperpoort, in het midden het Rodetorenplein, met de ingang van de Aa, de gracht door de Melkmarkt. Links het Broerencomplex.